Aan het eind van de negentiende eeuw werd het Noordereiland geboren. Het eiland was toen nog een smalle strook land die de ‘Sprong naar Zuid’ mogelijk maakte en zo de oude stadsdriehoek van Rotterdam verbond met het nauwelijks ontwikkelde Feijenoord. Op een van Europa’s drukste kruispunten van trein- en scheepvaartverkeer ontstond ‘een dorp in de rivier’. Bewoners, die soms meerdere generaties op het eiland bleven wonen, leefden er in een semi-isolement omdat de bruggen naar het vasteland voortdurend openstonden. Zij ontwikkelden de karakteristieke eigenschappen van een eilandgemeenschap, waarbij hun relaties met de scheepvaart soms hechter waren dan die met de vaste wal. Beelden uit de begintijd illustreren de industriële groeiperiode waarin de bruggen werden gebouwd en de Rotterdamse haven groot werd, maar die evengoed armoede, huiselijk leed en vuiligheid met zich meebracht.
Nu, in de eenentwintigste eeuw, reist het treinverkeer ondergronds en zijn de wachttijden voor de bruggen nagenoeg voorbij. Het Noordereiland lijkt een gewone woonwijk geworden. Toch is het eilandkarakter altijd gebleven. Dit tekent zich af in de eigengereidheid van de bewoners, maar begint ook stedenbouwkundig markant te worden, naarmate er meer moderne woontorens links en rechts langs de Maasoevers verrijzen. De negentiende-eeuwse panden krimpen door het schaalverschil tot Madurodam-achtige proporties. Samen met de evenementen op het water en de toenemende pleziervaart van partyschepen, wordt het eiland, dat de status van beschermd stadsgezicht kreeg, bijna een bezienswaardigheid.

auteur
Annelies van der Zouwen
met medewerking van
Boudewijn Pothoven
vormgeving
Inge Croes-Kwee
Manifesta
drukwerk
G.B. ’t Hooft
uitgever
uitgeverij De Hef ism Stad en Bedrijf
116 p. / 27 x 20,5 cm / hardcover oblong / 2011
isbn 978-90-6906-042-2
delen